5U VI. Verdere scholen van bij zonderen aard en strekking, De zangschool van het departement Breda der Maatschappij tot Nut van 'i algemeen. Zij telt 90 mannelijke en 37 vrou welijke leerlingen. VII. Latynsche scholen, Gymnasium en Athence. Bestaan hier niet. VIII. Kunsten en Wetenschappen. Van de teekenschool is bij IV van dit hoofdstuk melding gemaakt. Op aanzoek van den Minister van Binnenlandsche Zaken, werd bij raadsbesluit van den 28. November 1874 besloten gevolg te geven aan het besluit van den 2. Mei 1863en werden dientengevolge ten behoeve van het Rijks-museum van Nederlandsche geschiedenis en kunst in bruikleen afge staan de navolgende voorwerpen, allen op het gemeentehuis berustende, namelijk: a. Een steenen Christuskop, afkomstig uit de groote kerk te Breda b. een roer volgens overlevering van het turfschip van 1590; c. twee groote tinnen kannen; d. het houten model van den grooten toren; e. een groote en twee kleine glazen bokalen uit den tijd van Karei II. Onder deze worden gebragt: a. de stads bibliotheek; b. maatschappijen en vereenigingenals: 1. het .departement Breda der maatschappij tot „Nut van 'f algemeen" tellende 174 gewone leden, 6 honoraire leden, en 15 donatrices. Door dit departement zijn opgerigt: eene leesbibliotheek, zangschool spaarbank, ziekensocieteit, en bijzondere school.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1874 | | pagina 53