Hoofdstuk XII.
58
De handel in varkens was tamelijk druk.
De veestapel bestond op 31 December 1874 uit:
a. Paarden:
Ruinen en merriën354
b. Runderen
Koeiien270
Kalveren16
c. Ezels3
d. Schapen56
e. Geiten en bokken127
f. Varkens406
g. Hoenders276
h. Bijenteelt bestaat hier niet.
De gezondheidstoestand van het vee, voor zooveel de paar
den betreft, kan weder niet gunstig genoemd worden. Inden
loop van het jaar werden vele paarden, meest allen van de
veldartillerie, door verschillende ziekten, vooral kwaden droes
en huidworm aangetast, waarvan er 19 moesten afgemaakt
worden.
Onder de runderen en varkens was geene ziekte te bespeuren.
NIJVERHEID, HANDEL EN SCHEEPVAART.
I. Kamer van Koophandel en Fabrieken.
Op het einde van het jaar moesten als leden van de alhier
gevestigde kamer van koophandel en fabrieken aftreden de
heeren: G. G. J. Verdussen, M. P. A. Faes, Jhr. F. Backer
en F. H. M. Smits van Waesberghe.
De verkiezing had plaats den-^p-1874, en had den
volgenden uitslag: