64 de verwachting voldoet, meent men toch daarin sedert het vorige jaar eenige verlevendiging te zien. De kermis en de najaarsmarkt werden op de bepaalde tij den gehouden, doch leverde geene drukte op wat de eerste betreft. De binnenlandsche handel bestaat hoofdzakelijk in voort brengselen van landbouw, warmoeskruiden, in koloniale waren met de omliggende gemeenten, en in goederen van de hier gevestigde fabrieken en trafieken, welke naar verschillende plaatsen van het rijk worden verzonden. b. Buitenlandsche handel. De buitenlandsche handel bepaalt zich tot verzendingen naar Oost- en West-Indie van militaire kleeding- en uitrusting stukken en bieren. Pepermunt en chocolade worden in groote hoeveelheden uitgevoerdalsmede vruchten en groenten. c. Scheepvaart. Zooals in hoofdstuk V, lett. C, d, werd vermeld zijn er over den lagen waterstand geene bijzondere klagten ingeko men, zoodat de scheepvaart over het algemeen geregeld heeft kunnen plaats hebben. Het aantal schepen, welke de haven in- en uitgevaren zijn bedroeg 662, metende 38541 tonnenaanmerkelijk minder dan in 1873, toe te schrijven in het niet werken in dat jaar der suikerfabriek, buiten de voormalige Waterpoort onder de ge meente Prinsenhage. Het aantal schepen van 10 tonnen en meer in de gemeente te huis behoorende, heeft bedragen 13. Het verslag van de kamer van koophandel en fabrieken, wordt onder bijlage G hierbij overgelegd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1874 | | pagina 67