67 Het toezigt op de prostitutie geschiedde door 2 genees kundigen. De visitatie der publieke vrouwen had eenmaal per week plaats. Er werden 12 vrouwen als lijdende aan syphilis, en 16 als suspect ter verpleging opgenomen. Het aantal voorschriften in de stads-apotheek afgeleverd, bedroeg 4290. In hare vergaderingen hield de commissie zich voornamelijk bezig met besprekingen over de verschillende toestanden dei- gemeente waaraan haars inziens dringende behoefte bestond; zoo ook over de vervalsching der verschillende levensmiddelen. Een punt van overweging was vooral art. 180 der algemeene politie-verordening, waarbij bepaald wordt, dat voor verdunde, melk wordt gehouden, die op den vochtweger minder dan 13 graden houdt. Tengevolge van de melkpeilingen, die wij in ons vorig verslag meldden, begaven zich eenige leden der com missie bij twee melkboeren om de gehalte der versche melk te constateeren. Bij S. was het resultaat, dat bij een koebeest no. 1 de vochtweger aanwees 15'/2°no. 2, 16°; no. 3, 16°; bij eene temperatuur van 30° reaumur; terwijl de melk na24uur, van no. 3, bij eene temperatuur van 15°, 21° bedroeg. Bij M was het resultaat als volgt: koebeest no. 1, 131/2°no. 2, 16°; no. 3, 13°; no. 4, 14°; no. 5; 13°; terwijl de melk, des anderendaags bij 15° reaumur 17° bedroeg. Sommige leden der commissie oordeeldendat art. 180 geen genoegzamen waar borg oplevert, dat in de gemeente onvervalschte melk wordt verkocht; terwijl andere, bij het groot verschil der gehalte der melk, op hetzelfde tijdstip waargenomen, zich nog niet geregtigd achtten, eene verandering van art. 180 voor te stel len, alvorens meer proeven op uitgebreide schaal te hebben genomen. Op verzoek van den president der kamer van koophandel werden eenige leden uit de gezondheids-commissie uitgenoo- digd in de vergadering hunne zienswijze mede te deelenom trent het al of niet schadelijke voor de algemeene gezondheid van de plaatsing eener leerlooijerij op de nieuwe Cingelgracht bij de Willemsbrug. Dringend kwam de commissie op tegen de toestemming tot vestiging eener leerlooijerij daar ter plaatse, als bodem en drinkwater bedervend en vooral met het oog op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1874 | | pagina 70