73
van openbare of bijzondere scholen, uit 34 hoofd-, hulp- en
huisonderwijzers en onderwijzeressen en 9 kweekelingen.
Het aantal openbare scholen is hetzelfde als vroeger:
1°. eene eerste school voor gewoon en meer uitgebreid
lager onderwijs;
2°. eene tweede of tusschenschoolwaarin ook des Woens
dags en Zaturdags namiddags onderwijs in de vrouwelijke
handwerken wordt gegeven;
3». eene armenschool voor jongens;
4°. eene armenschool voor meisjes;
5°. eene herhalingschool voor jongens;
6°. eene herhalingschool voor meisjes;
wat deze laatste betreft, is wel de gelegenheid geopend voor
meisjes van meer gevorderden leeftijd om de herhalingschool
te bezoeken, maar daar zich geen meisjes hebben aangemeld,
was de onderwijzer genoodzaakt de herhalingschool te sluiten.
De bijzondere scholen waren dit jaar even als het vorige
jaar 9 in getal.
Van de zes openbare scholen is alleen de lstc openbare
school tot het geven van gewoon en meer uitgebreid lager
onderwijs en zijn de 24e openbare school, de armen- en her-
halingscholen tot het geven van gewoon lager onderwijs be
stemd.
De eerste en tweede school zijn voor kinderen van beiderlei
kunne toegankelijk, terwijl eene openbare armenschool voor
jongens en eene andere voor meisjes is ingerigt, en aan
beiden eene herhalingschool voor elke kunne afzonderlijk is ge
opend voor leerlingen van ongeveer '12 jaren tot verderen
leeftijd, hoewel zooals gezegd is de herhalingschool voor
meisjes dit jaar niet werd bezocht.
De openbare scholen werden gedurende 1874 bezocht als volgt:
Eerste en tweede openbare school.
Wanneer vroeger het getal kinderen, die de eerste open
bare school bezochten zich van 100 tot 120 bewoog en zelfs
lang minder dan 100 bedroeg, was in het afgeloopen jaar dat
getal voortdurend stijgend en bereikte het in December 471.
In Januarij waren er 121, in April 109, in Julij 134 en in
October 168 leerlingen. Van deze bezochten van drie tot zes