81
De schoolbehoeften verkeeren in goeden toestand en de ge
bruikelijke hulpmiddelen van het onderwijs zijn voorhanden en
bevinden zich in vrij goeden staat. De schoolmeubelen met
name de bankenvooral in de eerste openbare school en de
beide armenscholenvoldoen in geenen deele aan de eischen
der gezondheidsleer.
Wat de schoollokalen betreft had de commissie boven ge
legenheid haar gevoelen onbewimpeld te uiten.
Het locaal der eerste openbare school eischt meer nog dan
de armenschool voor jongens, waarover reeds zoo lang en zoo
herhaaldelijk is geklaagd, zoowel wat ligging als inwendige
inrigting betreft, dringend verbetering, ja zelfs verplaatsing.
HOOFDSTUK HL
Art. 37 39 der wet.
Van het bijzonder onderwijs.
In den loop van 1874 zijn door Burgemeester en Wethou
ders aan zes personen uitgereikt de bewijzen bedoeld bij art.
37, letter C der wet op het lager onderwijs^, te wetenaan de
heeren J. L. Van der Made en J. J. A. Van Goch, die beiden
het voornemen hebben te kennen gegeven als hulponderwijzer
werkzaam te zijn aan de bijzondere school van het departe
ment Breda der maatschappij tot nut van 't algemeen alhier
aan mejufvrouwen F. C. V. Ludwig, C. J. Mientjes en C.
Wiggers, allen voornemens werkzaam te zijn aan de bijzon
dere school voor jongejufvrouwen van mejufvrouw J. Fock
(liefdegesticht) alhier. Ook is hetzelfde bewijs uitgereikt aan
mejufvrouw M. J. W. Baetens, die verklaarde zich bezig te
houden met het geven van bijzonder onderwijs in de vakken,
bedoeld bij art. 1 der wet op het lager onderwijs, alsmede
in de Engelsche, Fransche en Hoogduitsche talen.
De bijzondere scholen gingen dit jaar niet achteruit. De
scholen door corporatiën opgerigt bloeiden als te voren en
van de overigen mag men zeggen dat ze loffelijke pogingen
in het werk stelden om staande te blijven.