82 HOOFDSTUK IV. Art. 52 57 der wet. In den loop van dit jaar trof het onderwijs in het algemeen en onze commissie in het bijzonder een gevoelig verlies. De president onzer commissie de heer Dr. A, A. Van Heusden werd ons door den dood ontrukt. De waardige man was na de invoering der wet op het lager onderwijs van 1857 bij be sluit van den raad van 20 Januarij 1858, benoemd tot lid van de plaatselijke schoolcommissie in deze gemeente en wijdde van af dien tijd zijn ijver, zijne veelzijdige kennis en ondervin ding onafgebroken aan de belangen van het onderwijs. De bloei der scholen, zoo openbare als bijzondere, lag hem na aan.het hart en niets liet hij onbeproefd om dien bevorderlijk te zijn. Lang zal zijn gemis in ons midden worden gevoeld. In zijne plaats is de heer J. A. Van der Burgh door de commissie tot voorzitter gekozen en als lid der commissie door den raad benoemd de heer Mr. W. A. 't Hooft, regter in de arrondissements-regtbank alhier. Om reden van vertrek werd aan Ds. Hulsman, lid onzer commissie, een eervol ontslag verleend en in diens plaats be noemd de heer Mr. A. M. Sassen, advokaat alhier. De heer P. R. Van Mierlo, die dit jaar volgens den rooster aftrad is bij besluit van den raad op nieuw benoemd. De commissie vergaderd gewoonlijk den laatsten Zaturdag van iederen maand. Hare vergaderingen werden nu en dan door den heer distx-icts-schoolopziener bijgewoond. Het bezoek der scholen, zoo openbare als bijzondere, door de daartoe aangewezen sub-commissiën geschiedde regelmatig. Overtredingen der wet of der verordeningen op het lager onderwijs had de commissie niet te constateren. De toegang der scholen werd haar niet in het minst be moeilijkt en de gevraagde inlichtingen werden steeds welwil lend verschaft. De hoofdonderwijzer der tweede of tusschenschool bleef steeds met het geven der normaallessen belast; onder medewerking van de heeren Genet, Lammerschop en Beekman, deze laatste hoofdonderwijzer te Ginneken. Die lessen werden op het einde des jaars gemiddeld door 11 leerlingen en 7 hoorders bijgewoond.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1874 | | pagina 85