101
voor eerlang aan den Raad een voorstel te doen, dat ligt tot
verbetering zal kunnen leiden, zonder de fmantiën der ge
meente al te zeer te bezwaren.
De toestand van de
BURGER-AVONDSCHOOL
is in het afgeloopen jaar nagenoeg onveranderd gebleven.
Bij het openen der lessen in de maand September 11.
meldden zich aan zeven en zestig leerlingendat is elf minder
dan in het vorig jaar, doch deze teruggang schijnt in verband
te staan met eenen dergelijken in het aantal dergenen, die
aan het onderwijs op het teeken-instituut deel namen; want
hoezeer die twee inrigtingen nog een onderscheiden zelfstandig
bestaan hebbengebeurt het zelden dat alleen van de burger
avondschool wordt gebruik gemaakt.
In dezen stand der zaak, is het groote bezwaar dat aan
hoogeren bloei van die school in den weg staat, dat een zeer
aanzienlijk deel van de aspiranten voor het teeken-onderwijs
zoo weinig ontwikkeld zijn, dat zij ter verhelping van dit
gebrek, naar avond- of herhalingschool moeten worden ver
wezen, en ook dan nog niet veel verder komen.
f Het verdient ten aanzien van dit punt opmerking dat van
de 67 leerlingen, bij hunne toelating hadden bereikt:
8 den ouderdom van 1214 jaren;
24 14—16
16 16-18
en 20 18 jaren en daarboven;
terwijl na een admissie-examen daarvan moesten worden
geplaatst:
31 in eene voorbereidende klasse, waar de beginselen der
Nederlandsche taalkennis, van het rekenen en van de aard
rijkskunde worden behandeld;
16 in de eerste klasse, waar behalve van de genoemde
taal, van de eerste beginselen der wiskunde en van natuur
kennis wordt werk gemaakt, eindelijk
20 in de tweede of hoogste klasse, waar het wiskundig
onderwijs, met, inbegrip van het projectie-teekenen en het
maken van constructies op den voorgrond treedt.
Is er, bij vergelijking dezer cijfers, noodig te zeggen dat
aan een der vereischten om het onderwijs gewenschte vruchten
te doen dragen, eene goede voorbereiding, veel ontbreekt,