110
wonen deze vrij geregeld bij, doch het nut der andere lessen
schijnen zij niet genoeg in te zien, terwijl zij ook door andere
belangen daarvan dikwijls afgehouden worden.
De dagcursus der hoofdafdeeling Handteekenkundeblijft
wat het aantal leerlingen betreftongeveer op dezelfde hoogte
en neemt weinig in bloei toe. Dit aantal bedraagt in den
nieuwen cursus 22, en bestaat uit jongens van jeugdigen
leeftijd, die zich meest voorbereiden voor de lessen aan de
hoogere burgerschool.
Het gedrag der leerlingen liet in het afgeloopen jaar over het
algemeen niets te wenschen over.
Directeur en leeraren kweten zich als altijd met ijver van
hun taak, en legden er zich door nauwgezette plichtsbetrachting
op toe, den bloei van het instituut te bevorderen. Het getal
kweekelingen, dat in den vorigen cursus uit twee bestond,
die echter elkander afwisselden, ten einde beurtelings den
directeur en leeraar in de handteekenkunde behulpzaam te
zijn en zich zeiven in het teekenen te bekwamenverminderde
bij het begin van den nieuwen cursus tot één, die nu voort
durend hulp verstrekte tot groote tevredenheid van den direc
teur, terwijl zich onlangs nog een ander leerling als kweekeling
heeft aangemeld.
Meubelair en hulpmiddelen bevinden zich in vrij voldoenden
toestand; zooals de Commissie zich echter reeds heeft uitge
drukt, heeft de afdeeling „Methode Dupuis" behoefte aan
eenige modellen. De teekenzalen laten even als vroeger, veel
te wenschen over; de ventilatie is ten gevolge van de geringe
hoogte der zalen, en het groot aantal leerlingen, bepaald
slecht, zoodat het er bij vrij zacht weer bijna niet is uit te
houden, en de lessen soms wegens te hooge temperatuur
'/j uur vroeger moeten eindigen.
Hiermede is de Commissie aan het einde van haar verslag,
en beveelt zij. het teekeninstituut bij voortduring in Uwe
belangstelling aan.
De Commissie van Beheer van het stads-teekeninstituut,
J. A. v. D. BURGH, Voorzitter.
P. J. BOS, Secretaris.