huisraad, alsmede eene kamer, waarin het armbestuur verga dert en de wekelijksche bedeelingen gedaan worden. Ook deze eigendommen zijn ter voormelde plaatse gelegen. Bovendien heeft de adninistratie in eigendom het huis, waarin de gemeente-apotheek gevestigd is. II. Geld- en grondrenten. a. Geldrenten. In 1876 hebben wij aan geldrenten ontvangen 378 08 plus 5.53°, voor bijbetaling, bij afkoop, van den loopenden termijn. De navolgende geldrenten zijn in 1876 afgelost: F°. 8 V°, groot/0.50, ten laste van de Erven van den heer V. Gogh, C. Ligtveldte Terheyden P. Rops, te Ulvenhout; P. Van Beek, te 's-Prin- cenhage de wede. J. A. Bastiaansen, te 's-Princenhage; de wede. A. Bastiaansen, te 's-Princenhage; VV. A. v. Dongen en J. Baddee, te Terheyden; de wede. A. L. Van Oers te Etten; A. R. De Bruijn, te Breda; J. Engbersen, te Breda; de kinderen P. Smits, te Oosterhout M. Segers, te Breda; J. Verlegh, te Breda. 71 V», 105 V», 127 Ro, 125 Ro, c 128 Ro, 75'Vo, ,,114 Vo, 19 V", 49 Ro, 77 Vo, 24 Ro, 21 Vo, n 2.25, n 2.70, n 5.40 n 2.25, 1.70, „1.03®, 0.25 t 3.40, 0.34, 0.90 „0.49, „1.05, Voor die aflossingen is te zamen aan kapitaal ontvangen 358.24, welke som weder rentgevend is belegd. De vereischte magtigingen van heeren' Gedeputeerde Staten dezer provincie, tot het geven van toestemming in de bedoelde aflossingen, zijn in onze bewaring. b. Grondrenten. De rogrenten, ten gezamenlijke bedrage van 202,3785 H.L., doch waaraan, ten gevolge van de kleine gedeelten waarin

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1876 | | pagina 118