HOOFDSTUK VI. 38 nog niet in het bezit gesteld geworden, omdat dat deel der slooping nog niet is overgegeven, in afwachting waarvan op het daartoe gedaan verzoek', bij Koninklijk besluit van den 18 September 1876, N°. 2, van de verpligting daartoe, nadere ontheffing werd verleend tot 1 Julij 1878. D. Werken niet aan de gemeente behoorende. Deze zijn: de twee bijzondere begraafplaatsen, waarvan de eene het eigendom is van de Roomsch-Katholieke- en de andere van de Protestantsche gezindte; beide liggen onder de ge meente Princenhage, en zijn voor zooverre ons bekend, overeen komstig art. '18 der wet van den 10. April 1869, Staatsblad Nu. 65), door eene heg behoorlijk afgesloten. De Israëlieten, die geene eigen begraafplaats hebben, maken gebruik van het kerkhof dier gezindte onder Oosterhout In 1876 werden op de R K. begraafplaats 353 en op de Protestantsche 77 lijken ter aarde besteld, terwijl 2 lijken van de Israëlieten uit de gemeente naar Oosterhout zijn vervoerd. MEDISCHE- EN GEMEENTE-POLITIE. A. Medische politie. I. Toestanden, welke invloed kunnen uitoefenen op de volksgezondheid. Ter bevordering van de volksgezondheid wordt steeds het noodige gedaan, want behalve dat het rioolstelsel thans in de geheele binnenstad is ingevoerden men met het maken van riolen op den Haagdijk bezig is, werden in de nieuwe straten op de geslechte terreinen tusschen het Valkenberg en het station buiterl de voormalige Boschpoort mede riolen aan gelegd; terwijl het werk der overwelving van de Oude Vest over de geheele lengte (zie vorig Hoofdstuk d) dit jaar zullende zijn ten einde gebragt, langs de sluis Vloonest eene geregelde spuijing zal kunnen verkregen worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1876 | | pagina 41