46
Het aandeel der gemeente in de ligting van 1876, bij besluit
van de Gedeputeerde Staten vastgesteld, bedroeg 40 man
schappen.
Het aantal ingeschrevenen (132) waarnaar dit aandeel, na
aftrek van 15 vrijwilligers, die vóór de inschrijving in dienst
waren en 1 overledene,berekend is, was 116.
Van de lotelingen zijn door den militieraad vrijgesteld. 78
en door de Gedeputeerde Staten bij herkeuring7
Te zamen. 85
De vrijstelling was toegekend aan:
door ziekten of gebreken ongeschikt voor de dienst
gekeurd15
éénige wettige zonen14
in dienst bij het leger13
kadetten aan de Koninklijke Militaire Academie4
kweekeling bij de geneeskundige dienst1
wegens broederdienst36
die beneden de maat waren2
Te zamen85
Door hun getrokken nummer zijn 7 lotelingen buiten
oproeping gebleven.
De overblijvende 40 lotelingen, die voor de dienst werden
aangewezen, zijn den 10. Mei 1876 ingelijfd, als:
bij het 5e regiment infanterie1
6e 24
3e n hussaren7
3e vesting-artillerie6
n de zeemilitie1
n het koloniaal werf-depöt1
11 lotelingen hebben zich in de dienst doen vervangen door
plaatsvervangers en 2 door nummerverwisseling; terwijl aan
5 studenten in de Godsgeleerdheid, behoorende tot de vorige
ligtingen, ook dit jaar, krachtens art. 127 der wetontheffing
van de werkelijke dienst is verleend.
B. Schutterij.
De werkelijke sterkte in de gemeente bedraagt:
actieve schutters298
reserve 212
Te zamen.510