2 Onder dit getal zijn begrepen 660 mannen en 250 vrouwen behoorende tot de landmagt en de kadetten behoorende tot de Koninklijke Militaire Academie. Opmerkingen omtrent den loop der bevolking gedurende het jaar. De sterkte der bevolking naar de uitkomsten van de in 1830 en volgende jaren plaats gehad hebbende algemeene volkstelling, was in de voorgaande jaren, als volgt: 1840. 11284 zielen. 1867 15210 zielen. 11986 1868 15265 n 12899 1869.. 14781 13940 ff 1870 14806 13760 1871 14767 14301 ff 1872 14949 '15990 ff 1873 15103 15225 ff 1874 15335 15193 ff 1875 15692 te rekenen van het jaar 1860 is de bezetting en het personeel der Koninklijke Militaire Academie onder de bevolking begrepen. beide Getal der geborenen: mannen, vrouwen, geslachten. Levend, waaronder een waarvan de ouders elders woonplaats hadden295 272 567 levenloos aangegeven5 10 15 te zamen.300 282 582 Onder de levend geborenen waren 47 onwettige kinderen, waarvan 21 mannelijk en 26 vrouwelijk, en onder de levenloos aangegevenen 1 onwettig van het vrouwelijk geslacht. Er hebben plaats gehad 12 gevallen van levend tweelingge boorten, waaronder waren 22 wettige kinderen, als 6 van het mannelijk en 16 van het vrouwelijk geslacht, en 2 onwettige kinderen van het mannelijk geslacht. De verhouding van de geboorten tot de bevolking was van 36,2 tot 1000 of 1 op de 27,6. De sterfte zonder de levenloos aangegevenenwas Van het mannelijk geslacht: ongehuwden135 gehuwden42 weduwnaars28 205

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1876 | | pagina 5