B ij 1 a g e B. 84 Verslag omtrent den toestand van het korps Koninklijke Scherpschutters van Breda, over het dienstjaar 1876. Ter voldoening aan art. 13 van het Koninklijk besluit van 12 Mei 1867, heeft het bestuur de eer bij deze verslag uit te brengen omtrent den toestand van het korps over het afge- loopen jaar 1876. Ultimo December 1876 was de sterkte der schutters 40 in getal, mogt die 5 minder zijn dan het vorige jaar, niet minder bleef de ambitie ter beoefening van den wapenhandel onder de schutters steeds volharden, en bragt blijkbaar goede vor deringen voort. Onder de leiding van den Sergeant-Instructeur Vellinga van het 6e Reg'. Infanterie, gaf het korps ter gelegenheid van den geboorte-verjaardag van Zijne Majesteit onzen geëer- biedigden Koning, voor leden en genoodigden in de schouw burgzaal een assaut, gevolgd door opvoering van een tooneel- stuk „Het testament van oom Jan". Den 27. Maart daaraanvolgende werd door het korps, tot leniging der rampen van de noodlijdenden ten' gevolge van den watersnood in Nederland, in de schouwburgzaal een assaut gegeven benevens een tooneelstuk opgevoerd, waarvan de zuivere opbrengst was f 250.873welk bedrag door den Kapitein-Commandant van het korps aan de commissie, be noemd door de burgerij van Breda, is afgedragen, en welke commissie dat bedrag aan de algemeene vereenigde commissie van den watersnood, gevestigd te Amsterdam, heeft over gemaakt. Den 27. Junij ontving de Kapitein-Commandant van het korps, namens Zijne Majesteit, een zeer vleijend schrijven van den Grootmeester van Hoogstdeszelfs Huis, Graaf Schimmel- penninck van Neijenhuis, waarbij ZEd. Gestr. werd ter kennis gebragt, dat het Zijne Majesteit behaagd had bij beschikking van den 25. Junij, aan het korps Scherpschutters, gevormd uit de vereeniging Godevaert Montens" te Breda, den titel te verleenen van Korps Koninklijke Scherpschutters van Breda". In die onderscheiding mogt het korps een blijk zien van 's Konings waarderingen een spoorslag te meer tot volharding op den ingeslagen en betreden weg.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1876 | | pagina 87