86 B ij 1 a g e C. Beredeneerd verslag van den toestand van het lager onderwijs in de gemeente Breda, gedu rende het jaar 1878, door de plaatselijke Schoolcommissie aldaar opgemaakt ingevolge art. 64 der wet van 13 Augustus 1857, Staats blad N°. 103). HOOFDSTUK I. (Art. 115 der wet.) ALGEMEENE BESCHOUWINGEN. 1. Art. 1 der wet. Bij het eindigen van het jaar 1876 mogt de commissie met voldoening op het afgeloopen schooljaar terugzien, en met volle overtuiging den toestand van het lager onderwijs in deze gemeente bevredigend noemen, De meeste zoo niet alle openbare en sommige bijzondere scholen handhaafden, zoo wat het onderwijzend personeel als wat de degelijkheid van het onderwijs betreft, op uitstekende wijze haren vroegeren goeden naam. De eerste openbare school leverde dit jaar een achttal leer lingen af die allen met goed gevolg het examen van toelating tot de hoogere burgerschool aflegden. Met genoegen mag de commissie ook relateren dat de zorg door 't gemeentebestuur aan het onderwijs besteed, niet zonder vrucht is gebleven; de vermeerdering namelijk van hulp personeel en het verhoogen van de wedden der hulponder wijzers en onderwijzeressen heeft niet nagelaten zeer gunstig op het onderwijs terug te werken. 2. Art. 3, 71 en 2 der wet. Aan de scholen binnen deze gemeente, zoo openbare als bijzondere, werd op ultimo December 1876 onderrigt gegeven door: a. 14 hoofdonderwijzers en hoofdonderwijzeressen, geplaatst aan het hoofd dier scholen;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1876 | | pagina 89