90 De commissie betreurt dezen toestand zeer en weet niet waaraan dien toe te schrijven. Zeker is 't dat het aan de armenschool voor jongens in geenen deele mangelt aan ijver of geschiktheid van de onderwijzers; integendeel, zij spannen alle krachten in om niet alleen te onderwijzen, maar ook om aan hunne leerlingen het belang te doen beseffen van degelijk en voldoend onderwijs; maar wat baat dat voor de afwezigen! Wat vermag die ijver tegenover onverschillige ouders, die voorgeven dat zij ook zonder iets te weten door de wereld zijn gerold! ARMENSCHOOL VOOR MEISJES. De jeugdige bevolking dezer school is dit jaar stationnair gebleven; evenals het vorige jaar was het gemiddeld getal meisjes 165. Wat hier loffelijke vermelding verdient is, dat het schoolverzuim aanmerkelijk is .verminderd. Nogtans des Maandags en Zaterdags ontbreken er velen aan het appèl omdat juist die dagen de ouders die uit werken gaan hunne dochtertjes te huis houden, ten einde in het huishouden bezig te zijn. Zonder strenge maatregelen zal in dien toestand wel geen verandering komen. Van de herhalingschool had de commissie hierboven reeds gelegenheid te gewagen; zonder leerlingen is het moeilijk eene school te vormen; overigens waren de vorderingen van die leerlingen die getrouw de school bezochten allezins bevredigend. 3. Art. 511 der wet. Het aantal onderwijzers, in 1876 aan onze scholen werk zaam bedroeg: aan de openbare scholen'17 bijzondere 14 Te zamen31 Het getal onderwijzeressen was: aan de openbare scholen2 ,z bijzondere 17 Te zamen19 Het onderwijzend personeelzoo aan de bijzondere als aan de openbare scholen, verdient even als vorige jaren lof. Aller gëdrag was, in zooverre der commissie bekend, onberispelijk;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1876 | | pagina 93