HOOFDSTUK IV.
96
aan de Heeren A. Strucker, W. H. Tromp en P. A. V.
Zielkens, die allen het voornemen hebben te kennen gegeven
werkzaam te zijn aan de R. K. bijzondere school (instituut
St. Antoine), en den Heer J. 1). Ivreiken, voornemens werk
zaam te zijn aan de bijzondere school van het departement
Breda der maatschappij tot Nut van het algemeen.
aan Mejufvrouw J. C. Verschoor, die zich verklaarde te
verbinden aan laatstgenoemde bijzondere schoolMejufvrouwen
C. J. Bouman en H. J. Nolet, aan de bijzondere school van
het liefdegesticht alhieren Mejufvrouw C. P. L. Dulmont
aan de bijzondere school voor jonge jufvrouwen van Mej.
Eekhout.
De bijzondere scholen gingen dit jaar niet achteruit; integen
deel, die door corporatiën opgerigt bloeiden als te voren en
van de onderwijzers en onderwijzeressen, aan het hoofd ge
plaatst van op zich zelf staande bijzondere scholen, kan men
zeggen dat ze in het algemeen loffelijke pogingen in het
werk stelden om hunne inrigtingen in bloei te doen toenemen
Art. 5257 der wet.
Dit jaar traden af volgens den rooster en werden op nieuw
door den Raad als leden der plaatselijke schoolcommissie
benoemd, de Heeren Dr. A. F. J. Ingen-Housz en E. H. A.
Guljé.
De commissie vergaderde altijd den laatsten Zaturdag van
iedere maand; hare vergaderingen werden nu en dan door
den Heer Districts-schoolopziener bijgewoond.
Het bezoek der scholen, zoo openbare als bijzondere, dooi
de daartoe aangewezen subcommissiëngeschiedde naar het
voorschrift der wet. Overtredingen der wet of der verorde
ningen op het lager onderwijs had de commissie niet te
constateren. De toegang der scholen werd haar niet in het
minst bemoeijelijkt en de gevraagde inligtingen werden steeds
welwillend verschaft. De hoofdonderwijzer der tweede- of tus-
schenschool bleef steeds met het geven der normaallessen
belast, onder medewerking van den Heer Lammerschophoofd
onderwijzer aan de armenschool voor jongens.