110 Vooral worden zeer vele aardbeziën, kersen, bessen, enz,., ■verzonden naar België en zelfs naar Engeland. De invoer naar België van sigaren en tabak neemt insgslijks toe. FABRIEKS- EN H AND WERKS-NIJ VERHEID EN WINKELNERING. Was over het algemeen de handel gedrukt en daardoor weinig vertierzoo mocht toch deze gemeente daarop eene uitzondering maken en mag men wijzen op een steeds toenemend winkel- debiet, niettegenstaande de groote concurrentie van buitenland» sche huizen. De vele verfraaiingen en verbouwingen aan winkelhuizen, zoowel in de stad als in de buitenwijken, bevestigen de meer en meer toenemende welvaart. Het is daarom te betreurendat bij de slechting der vesting werken meer gelet is op verfraaiing der gemeente dan bevor dering van den handeldaarzooals in vorige Verslagen reeds is opgemerkt, de terreinen het meest geschikt voor fabrieken, voor de oprichting daaraan zijn onttrokken, terwijl do scheep vaart niet weinig belemmerd wordt door de vaste bruggen, die de vaart om de stad beletten. De ijzerfabrieken, gieterijen en smederijen gaan ieder jaar vooruit en hebben druk werk. Door geringe aanvraag van het buitenland werkte de draad- nagelfabriek minder gunstig. Niet minder is de vooruitgang in de steenhouwerijen en stoom marmerzagerij Mochten wij er op wijzen in het Verslag over 1876, dat de lucifersfabrieken in bloei toenamenook dit jaar getuigde niet alleen van meer uitbreiding van de fabriek der firma Dijker- man C°.maar ook van de rondom gelegen arbeiderswo ningen. De tapijtfabriek van de firma Gildemeester C°., in andere handen overgegaan, blijft den roem van haar fabrikaat handhaven. De zoutziederijen, hoewel de aflevering van zout grooter was dan verleden jaarhebben veel te kampen met den frauduleu- zen invoer van zout uit België; talrijk zijn de vervolgingen, doch wegens het onvoldoend getal ambtenaren ontsnappen nog velen of worden wellicht na vervolging vrijgesprokenomdat de ambtenarenwegens te dikwijls verplaatsende smokkelaars niet genoegzaam leeren kennen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1877 | | pagina 113