HOOFDSTUK III. 9 GEMEENTEBESTUUR. Personeel. a. De gemeenteraad was op den 31 sten December 1877 zamengesteld uit de heeren: Mr. E. de Man Ez., G. van Alphen, Mr. J. J. Loke, F. Rikkers J. J. Nelissen, J. E. Vreede, J. J. L. Ingen-Housz, J. A. van Aken, J. A. van der Burgh, J. C. Rosu, Mr. J. H. van Mierlo, L. C. A. de Haan, A. H. Kuppens, E. H. A. Guljé, F. J. M. Ileylaerts, b. Het collegie van dagelijksch bestuur: De heer E. H. A. Guljé, die ten gevolge zijner aftreding als lid van den gemeenteraad, had opgehouden Wethouder te zijn, werd op den 4den September 1877 op nieuw als Wethouder benoemd. Het collegie bestaat alzoo uit de heeren: Mr. E. de Man Ez.Burgemeester, benoemd bij Koninklijk besluit van den lsten September 1870, N°. 9, en herbenoemd bij Koninklijk besluit van den 20sten Augustus 1876, N°. 13. J. J. L. Ingen-Housz, Wethouders, aftredende de eerste in E. 11. A. Guljé, 1878 en de laatste in 1881. L. D. G. Teychiné, Secretaris, benoemd bij Koninklijk besluit van den 19den Maart 1848, N°. 100. aftredende in 1879. aftredende in '1881. aftredende in 1883.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1877 | | pagina 12