85 Het verlies was voorts des te grooter, omdat de schaarste van onderwijzend personeel, die zich reeds lang deed gevoelen,, vooral in de letterkundige vakkenin den laatsten tijd door- verschillende oorzaken zeer is toegenomen; en zonder de tijde lijke htilp, zoo van den heer Modderman, nadat hij zijne- nieuwe betrekking had aanvaard, als van een zijner medeleer- aren aan de Kon. Milit. Akademie, den heer Kok, zou het niet mogelijk zijn geweest, het onderwijs behoorlijk gaande te- houden. Tegen het einde van het jaar, of liever met het begin van- het thans loopend jaar, is 't echter gelukt, de opengevallen- plaatsen weder vervuld te krijgen, en wel door de benoeming van de lieerenJ. A1 b 1 a sdoctorandus in de letterentot leeraar in de geschiedenis en de Nederlandsche taal; M. L. vanBeynen, tot leeraar in de Engelsche taal en de aard rijkskunde, en Dr. J. D. R. Scheffer, tot leeraar in de schei kunde en de natuurlijke geschiedenis. In hoe verre deze nieuwe titularissen het gemis van hunne voorgangers zullen vergoeden, zal de toekomst leeren; maar alvorens van dit onderwerp af te stappen, meent de Commissie niet te mogen verzwijgen, dat de evenbedoelde schaarste van docenten, immers bij eventueele vervulling van nieuwe vaca turen verhooging van bezoldiging voor sommige vakken onver mijdelijk zal maken. Evenzoo mag niet onvermeld blijven, dat de heer C. C. It a li neman s, mede tot leeraar in het handteekenen bij de Kon. Milit. Akademie benoemd, zich althans voorloopig bereid heeft verklaard, zijne betrekkingen, zoo bij de Iloogere Burgerschool, als aan het Teekeninstituut, te blijven vervullen, en dat daardoornaar het oordeel der Commissieaan beide inrig- tingen een belangrijke dienst wordt bewezen. Ten aanzien van het locaal, waarin de Iloogere Burgerschool gevestigd isvalt niet anders dan bij herhaling te zeggendat het, aanvankelijk voor eenen driejarigen cursus gebouwd en ingerigt, aan uitbreiding dringende behoefte heeft, daar het niet mogelijk is, aan alle klassen, veel minder, buiten de lesurenaan docenten een passend verblijf te verschaffenen ook de hulpmiddelen voor het onderwijs niet behoorlijk kun nen geplaatst worden. Aan deze hulpmiddelen zijn daarentegen in het afgeloopcn jaar, door aankoop van enkele natuurkundige toestellen, van kaarten en teekeningenalsmede van eenige boekwerken voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1877 | | pagina 88