Bijlap D.
Verslag aan den Gemeenteraad' van Breda-
en de Commissie van Toezigt op het
Middelbaar Onderwijs, omtrent den toe
stand van het Stads-Teekcninstituut ge
durende het jaar 1877.
88
niet toeneemt, hoe zeer 't voor de hand ligt, dat het aan ve!>
handwerkslieden zeer ter stade kan komen.
In 't algemeen moet aan de docenten hulde worden gehragt
voor den ijver, waarmede zij hunne moeijelijke taak vervullen,
en ook hier is er groote reden, om zich te verblijden, dat de
verdienstelijke directeur, de heer Kannemaas, in zijne be
noeming tot leeraar aan de Koninkl. Milit. Akademie geene
aanleiding heeft gevonden, om zich al dadelijk aan zijnen vroe-
geren werkkring bij onze gemeente-instellingen te onttrekken.
Aan het einde van het Verslag der speciale Commissie wordt
met eenigen nadruk gewezen- zoo op de onvoldoende ruimte,,
als op andere gebreken van de localen, waarin én het Teeken
instituut én de Burgeravondschool zich moeten behelpenen-
op dit bezwaar is dezerzijds te dikwerf de aandacht gevestigd,
om het niet op nieuw den Gemeenteraad ter overweging aan te-
bevelen.
Breda, 25 April 1878.
De Commissie van Toezigt op het
Middelbaar Onderwijs te Breda,
DE MANVoorzitter.
LOKE, Secretaris.
Aangenaam is het der Commissie van beheer van het Stads-
Teekeninstituut, nu weer, evenals vorige jaren, een gunstig
Verslag omtrent den toestand va,n genoemde inrichting te kun
nen uitbrengen. Om den toestand van het onderwijs bloot te
leggenmeent zij niet heter te kunnen doendan op de vol
gende bladzijden een vergelijkende tabel te geven van het aan
tal leerlingen van den cursus 1876/77 en het aantal deelnemers
aan en bekroonden in den wedstrijd, die aan het einde van
dien cursus gehouden is, alsmede een overzicht van de leer
lingen, die in den met 1 October 1877 geopenden nieuwen
cursus op het einde van dat jaar aanwezig zijn; de indeeling,
voorkomende in het reglement, dd. 17 October 1857 is daarbij
zooveel mogelijk in achtgenomen.