7 Vaste Commission. De vaste commissiënnaar aanleiding van de artikelen 54 en 166 der gemeentewet benoemd, zijn in de maand December 1878 weder vernieuwd en zamengesteld als volgt: 1". Voor het beheer der gemeentelijke gasfabriek de heeren: J. E. Vreede. E. H. A. Guljé. J. C. Rosu en J. J. Nelissen. 2°. Voor de strafvorderingen, de heeren: Mr. J. J. Loke en Mr. J. H. van Mierlo. 3°. Voor het beheer der gemeente-reiniging en de ver zameling van fsecale stoffen, de heeren: L. C. A. de Haan. J. E. Vreede. E. H. Guljé en F. J. M. Heylaerts. Van deze commissiën is de Burgemeester voorzitter. Verder is aan eene commissie van drie ledenbestaande uit de heeren: Mr. E. de Man Ez.voorzitter, G. van Alphen en Mr. J. H. van Mierlo, het beheer opgedragen van het pensioenfonds der gemeente-ambtenaren en be dienden. c. Gemeente-ambtenaren en bedienden. Ten gevolge van het verleend eervol ontslag aan M. van Unnik, uit de betrekking van Opzigter, en aan J. van Beek uit die van Meesterknecht, resp. bij de gemeentereiniging, werden benoemd, in plaats van eerstgen. M. Goos en ter vervanging van den laatsten J. Klaaijsen. Verder hadden er in andere ondergeschikte betrekkingen, in het personeel der gemeente-ambtenaren, als gewoonlijk eenige verande ringen plaats. Over het gedrag en de pligtsbetrachting der gemeente ambtenaren en bedienden, kwamen in het afgeloopen jaar geene bijzondere klagten in. d. Plaatselijke verordeningen door den Raad gedurende het jaar vastgesteld: 1°. Strafverordeningen. Zijn niet vastgesteld of gewijzigd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1878 | | pagina 10