110 OPNEMING DER KAS VAN DEN RENTMEESTER. De boeken en kas van den rentmeester, die wij op de bij de armenverordening bepaalde tijdstippen, dat is in Maart, Juni, September en December, hebben opgenomen, hebben wij steeds in goede orde bevonden. Te dier gele genheid worden de boeken voor gezien geteekend, met vaststelling van het saldo in kas. STAAT EN ONDERHOUD-DER GEBOUWEN. De gebouwen aan de administratie behoorende, hebben in 1878 veel aan onderhoud gekost. Door gestadige zorg aan die gebouwen te wijden, komen zij van lieverlede in gaven toestand. Meer dan de noodzakelijke herstellingen hebben evenwel niet plaats. TOESTAND DER ADMINISTRATIE. Het zal u hiervoor gebleken zijn dat het getal ónzer be deelden hoogst beperkt is. Slechts 80 huisgezinnen en een- loopende personen waren wij verplicht voortdurend met geld en brood te ondersteunen, terwijl niet meer dan 29 huisgezinnen en eenloopende personen tijdelijk eenige onder steuning bekwamen. Het getal der bestede personen bleef beneden dat van het vorige jaar. In het gasthuis zijn minder dan in het jaar waarover dit verslag loopt, verpleegd 42 personen, terwijl het cijfer der verpleegden in het stedelijk ziekenhuis slechts 8 personen meer aanwijst dan over 1877. Ook zal door u zijn opgemerkt dat f 343.13 minder in geld is uitgegeven en wij 125 brooden minder hebben uit gereikt dan in het voorgaande jaar. Bij al deze gunstige uitkomsten mag niet uit het oog wor den verloren dat in het afgeloopen jaar overvloedig werk aanwezig was en onze gemeente van buitengewone ziekten is gespaard gebleventwee omstandighedenwier macht diep ingrijpt in onze administratie. Biedt de tegenwoordige bevredigende toestand onzer ad ministratie dan al geen zekerheid, dat die toestand onge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1878 | | pagina 113