120 SCHEEPVAART EN OPENBARE MIDDELEN VAN VERVOER. Waren er minder klachten over den lagen waterstandde grieven tegen den pachter van het trekpad verminderden niet. Dat de Kamer geroepen is om ook de belangen van de scheepvaart ter harte te nemenschijnt door het Dagelijksch Bestuur niet altijd te worden geteld, de door de Kamer aangeprezen maatregelen worden ter zijde gelegd, en het zorgvuldige onderzoek als niets beteekenend aangemerkt. Het komt der Kamer voor dat wel zamenwerking met het Dagelijksch Bestuur, waar het de belangen van handel en scheepvaart geldt, nuttig kunnen werken, geenszins het systematisch onbekend willen blijven met geconstateerde feiten o. a. ten laste van den pachter van het trekpad. Niets zou voor de Kamer aangenamer zijndan dat door het Gemeentebestuur eene nauwkeurige enquête werd gehou den om de handelingen dezer Kamer te zien gerechtvaardigd. De hoop dat langs Breda het door de provincie Noord- Brabant ontworpen kanaal naar den Amer zou tot stand komen, schijnt ten minste voor dit oogenblik, niet te wor den verwezentlijkt. Wanneer dergelijk werk niet een algemeen belang ten onderwerp heeft dan voorzeker mag men vragen of andere van Rijkswege gesubsidieerde of aangelegde werken meer ten algemeenen dienste zijn. Moge echter gezamenlijke medewerking strekken om het kanaal te verkrijgen. De beweging in de haven was eenigszins minder dan het vorige jaar, toen 980 schepen met 63.430 tonnemaat de haven zijn in- en uit gevaren, tegen slechts 962 met 65.173 tonnemaat in 1878. De in de nabijheid der gemeente gunstig werkende suikerfabriekalsook de daarnaast gelegen ijzerfabriek waren oorzaak dat de laatste jaren de scheepvaart toenamterwijl het gegrond vooruitzicht bestaat dat het aantal fabrieken zal vermeerderen, waardoor niet weinig de scheepvaart zal worden bevorderd. Iedere week varen drie schroefbooten tusschen Breda Rotterdam en 'sHage, terwijl eene nieuwe schroefstoomboot in de vaart is gekomen van Breda naar Amsterdam.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1878 | | pagina 123