HOOFDSTUK VII-
34
NATIONALE MILITIE EN SCHUTTERIJ.
A. Nationale Militie.
De loting had den 7en en 8en Februarij 1878 plaats en
is geregeld afgeloopen.
Het aandeel der gemeente in de ligting van 1878 was
38 manschappen.
Dit aandeel is berekend naar het aantal ingeschrevenen
(128), na aftrek van 20 vrijwilligers, die vóór de inschrij
ving in dienst warenen 1 overledeneen dus naar 107
man. Van de 127 lotelingen zijn door den militieraad
vrijgesteld 83 en door de Gedeputeerde Staten 7te zamen 90.
De vrijstelling was toegekend aan
door ziekten of gebreken ongeschikt voor den dienst
gekeurd
éénige wettige zonen
kadetten van de K. M. Academie
in dienst bij het leger
wegens broederdienst
die beneden de maat waren
Te zamen.
11
15
2
20
30
6
90
Door hun getrokken nummer is niemand buiten oproeping
geblevenzelfs 'kwam er aan het contingent één man te kort.
De overblijvende 37 lotelingendie voor den dienst
werden aangewezen, zijn ingelijfd, als:
bij het 3de regiment Infanterie
6de
2de
2<Ie
3de
2de
Hussaren
Vesting-Artillerie.
3
21
4
1
6
1
1
Veld-Artillerie.
bataillon Mineurs en Sappeurs.
9 lotelingen hebben zich in den dienst doen vervangen
door plaatsvervangers; terwijl aan 2 studenten in de God
geleerdheid behoorende tot vorige ligtingen ook dit jaar,
krachtens art. 127 der wet, ontheffing van den werkelijken
dienst is verleend.