56
Sedert den l8ten Januarij 1878 is ten gevolge van het
herhaald en dringend verlangen van de Gedeputeerde Staten
dezer provinciede administratie van den algemeenen armen
gesplitst, in gewonen onderstand en in politie-zorgin ver
band met deze splitsing is de subsidie uit de gemeentekas
over 1878 verminderd toegestaan tot een bedrag van ƒ3975,—,
waarover door het Armbestuur slechts tot 3250,— is be
hoeven beschikt te worden.
Wat den gewonen onderstand betreft, bestaande in be
deelingen in geld, brood, kleeding- en liggingstukken,
alsmede kostgelden van bestedelingen, werden de kosten
daarvan door het armbestuur gedragen, die te zamen be
liepen f 8123.82.
Aangaande de politie-zorgwaaronder worden gebragt
zieken-verpleging in gast- en ziekenhuizenbegrafeniskosten
reisgelden, de stads-Apotheek en dergelijken, werden de
uitgaven uit de gemeentekas betaald, deze bedroegen
f 6565.335
De toestand der Armen-administratie is in vergelijking
met vorige jaren niet ongunstig te noemen, waartoe onder
scheidene omstandigheden hebben bijgedragen, waaromtrent
en voor meerdere bijzonderheden aangaande het armwezen
wordt verwezen naar het verslag bijlage D hier achter.
De splitsing van armenverzorging en politie-zorg werkt
niet gunstig en leidt niet tot bezuiniging.
Krachtens koninklijke besluiten is aan de navolgende
instellingen van weldadigheid magtiging verleend tot aan
vaarding van legaten als:
1. van ƒ1200.door wijlen den heer J. F. Lips, aan
het Oude-Vrouwenhuis besproken.
2. van 500.door wijlen den heer C. Montfoort, aan
Diacenen der Nederduitsch Hervormde gemeente vermaakt.
3. van f 1000.door wijlen Mevrouw de Wed. Massyn
aan de Vereeniging van dén H. Vincentius van Paulo
vermaakt.
4. van f 1000.door genoemde Mevrouw Massyn aan
het Oude-vrouwenhuis besproken.
Als de eenige instellingen ter voorkoming van armoede
die in de gemeente aanwezig zijn, worden genoemd:
a. De Bank van Leening, bestuurd door eene commissie
van vijf leden.