74
Reeds bij het jaarverslag van 1875 werd door de Commissie
gewezen op een wezenlijk bezwaar, dat aan de inrigting
der lokalen dezer school is verbonden. In één lokaal toch
zijn omstreeks 160 leerlingen geplaatst; in een ander 120,
verdeeld in 2 afdeelingen. Die plaatsing kan niet nalaten
zeer verstorend op het onderwijs te werken. Nu heeft onze
Commissie ten einde dit bezwaar op te heffen reeds in 1876
een gemotiveerd voorstel aan den Raad ingediendom
namelijk elk der lokalen dezer schooldie buitengewoon
spatieus zijnin tweeën te splitsenzoodat elke afdeeling
althans de laagste klassen een afzonderlijk lokaal zouden heb
ben. Behalve dat gezegd voorstel doeltreffend wasliet het
zich door de weinige kostenvoor de uitvoering vereischt
bijzonder aanbevelen.
Drie jaren zijn reeds over dat voorstel heengegaan en nog
schijnt het niet rijp genoeg om ontbolsterd te worden.
De vorderingen der leerlingen waren in het algemeen zeer
bevredigendbij het laatste examen had de Commissie
redenen om alleszins tevreden te zijn omtrent de vorderingen
der leerlingenen 't was haar een genoegen dit aan Heeren
hoofdonderwijzer en hulponderwijzers te mogen getuigen.
ARMENSCHOOL VOOR JONGENS.
In den loop van 't jaar '1878 was het aantal leerlingen
als volgt
1° Januarij 180 1° April 176.
1° Julij 199 1° October 197.
De bevolking dezer school bleef ongeveer even sterk als
in het afgeloopene. Doch hoe trouw die ongeveer 190 leer
lingen ter school kwamen is hieruit af leiden, dat het aan
tal leerlingen die geen enkele maal zijn afwezig geweest,
in 't le kwartaal bedroeg 24
in 2e 28
in 3e 33
in 4e 30
voorwaar een betreurenswaardig verschijnsel, waartegen noch
de ijver der onderwijzers, noch bestraffingen noch gepaste
vermaningen iets schijnen te vermogen.
Dit jaar heeft zich ook weer meer dan eens 't geval
voorgedaan dat een jongen beneden twaalfjarigen leeftijd de
school verliet om op eene fabriek te gaan werken.