83 algemeene ranglijstals kweekelingen bij die inrigting werden aangenomen. Wat eindelijk, in verband met deze resultaten niet minder voor de deugdelijkheid van het onderwijs getuigt, is dat de overgangsexamens mede buitengewoon goed uitvielen. Aan deze examens onderwierpen zich vijf en veertig leer lingen en van deze werden vijf en dertig tot eene hoogere klasse bevorderd met name In de eerste klasse van 18 examinandi 15 tweede 16 12 derde 7 6 vierde 1 2 De gemeenteraad van dit een en ander onderrïgt, heeft niet geaarzeldaan Directeur en Leerarenbij een opzettelijk schrijven, zijne ingenomenheid met, en zijnen dank te be tuigen voor deze vruchten van hunnen arbeid. Wijders werd de orde in de school niet eenmaal verbroken en viel op het gedrag der leerlingen voor zooveel bekend niets aan te merken. Bij al dit goede heeft het echter aan zorgen niet ontbroken. Naar den inhoud van het vorig verslagstond het per soneel der docentenna vrij wat sukkelensmet den aanvang van 1878 weder voltallig te worden, door de benoeming van drie nieuwe leeraars met name van de heeren Dr. Scheffer voor Scheikunde en Natuurlijke Historie; Alblas voor Ge schiedenis en Nederlandsche taalen van Beijnenvoor Engelsche taal en Aardrijkskunde; en werkelijk hebben deze op den daartoe aangewezen tijd de hun opgedragen functiën aanvaard; maar naauwelijks was de destijds loopende cursus ten eindeof de Heer Alblas doctorandus in de letteren gaf de voorkeur aan een beroep naar de Hoogere Burgerschool te Zierikzee, waar hem meer tijd tot eigene studie werd toegezegd; terwijl de Heer van Beijnen, die tijdelijk benoemd zijndezijn huisgezin in zijne vorige woonplaats had achtergelatenwenschte van een gedeelte van het onderwijs in de Aardrijkskunde ontheven te worden, om een paar dagen 's weeks bij de zijnen te kunnen door brengen. Door de hoog te waardeeren bereidwilligheid van den oud-Leeraar Modderman die tot de Militaire Akademie was overgegaan, kon deze laatste wensch worden ingewilligd,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1878 | | pagina 86