84 en hoezeer de Heer van Beijnen later een difinitieve aan stelling heeft verkregenen deze door eene verhuizing naar hier staat gevolgd te wordenis hetin het belang van het onderwijs daarbij gebleven, dat hij behalve het Engelsch, vooreerst de aardrijkskunde alleen in de drie laagste klassen behandelten dat het onderwijs in dit vak in de Hoogere klassendoor den Heer Modderman wordt voortgezet. Inmiddels bleef de vacature Alblas te vervullen, en of dit bij de schaarschheid van candidaten niet genoeg ware ontstonden er weldra nog twee anderen, door de beroeping van den heer H. C. P. Dirksleeraar in het Nederlandsch en in het Franschnaar de kweekschool te Amsterdam en J. P. Bosleeraar in de Wiskundenaar de Rijks Hoogere Burgerschool te 's Hertogenbosch. Beide waren docenten van meer dan gewone verdiensten die hoogst ongaarne werden gemisten het laatst genoemd beroep werd met te meer leedwezen vernomen, omdat daar uit in verband met vroegere van gelijken aardscheen te blijken dat de Regering zich niet ontziet, aan eene Ge meentelijk Hoogere Burgerschool hare beste onderwijskrachten te onttrekkenom eene of andere Rijksschool te versterken, ofschoon de eerste dier inrigtingen even goede diensten dan de laatste kan bewijzen, en met het oog op de opofferingen die aan haar bestaan voor de betrokken gemeente verbonden zijn, niet 't minst zorg en ondersteuning schijnt te verdienen. Wat daarvan voor 't overige zij, de twee zoo evenbe- doelde docenten gevoelden zich door de hun te beurt gevallen onderscheiding misschien ook door eene hoogere bezoldiging aangetrokken en bij de Bredasche school moestnadat hun op hun verzoek een eervol ontslagmet welgemeende dank betuiging voor bewezen diensten, was verleend, tegen het einde des jaars wederom in drie vacaturen worden voorzien. Het was in de gegeven omstandigheden niet te verwachten, dat het aantal gegadigden voor de aldus opengevallen be trekkingen, vooral wat de litterarische vakken aangaat, groot zou zijn. Evenwel mogt het gelukken een drietal candidaten te vinden, voorzien van aanbevelingen, die op eene goede toekomst uitzicht gevenen zoo zijn dan in de laatste dagen van December, op aanbeveling dezer Commissie, voorloopig voor den tijd van een jaar, benoemd de Heeren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1878 | | pagina 87