85
F. B. van Wettum, doctorandus in de Wis- en Natuur
kunde, tot tweede leeraar in de wiskunde; S. Stellingwerff,
tot leeraar in de Fransche taal en Letterkunde, tevens
belast met een gedeelte van het onderwijs in de Nederlandsche
taal; F. Albers, tot leeraar in de Geschiedenis en in het
andere gedeelte van het Nederlandsch; en zijn deze nagenoeg
onmiddelijk in functie getreden.
Inmiddels was bij de deliberatiendie aan deze benoe
mingen vooraf gingen, meer dan ooit gebleken dat de
bezoldigingen, die in het jaar 1869 aan de onderscheidene
leeraarsplaatsen werden verbondenaan de eischen des tijds
niet meer beantwoordden, alsmede dat de onderlinge ver
houding door partieële wijzigingen te zeer was verbroken,
en van daar dat de Commissie zich gelukkig acht hier te
kunnen vermelden, dat de Gemeenteraad, bij besluit van
21 December 1878, mede op haar voorstel, deze zaak op
nieuw heeft geregeld, en wel in dier voege, dat aan de
tegenwoordige titularissen, en behoudens een paar uitzon
deringen tevens als norma voor de toekomst, zijn toegelegd
de navolgende honoraria:
Aan den Directeur der Hoogere Burgerschool en Burger
avondschool, tegelijk leeraar in de Natuurkunde en de
Cosmographie een jaarwedde van f 2800.
Aan den eersten leeraar in Wis- en Werktuig
kunde en Technologie een jaarwedde van 2000.
Aan den leeraar in Scheikunde en Natuurlijke
historie, een jaarwedde van1900.—
Aan den tweeden leeraar in de Wiskunde een
jaarwedde van1800.
Aan den leeraar in Geschiedenis en Neder
landsche taal en letterkunde een jaarwedde van 1900.
Aan den leeraar in de Fransche taal en
letterkunde een jaarwedde van f 1600.met
eene personeele toelaag voor het onderwijs in
de Nederlandsche taal in de lagere klassen
van 300 1900.
Aan den leeraar in de Hoogduitsche taal en
letterkunde, een jaarwedde van1600.—
Aan den leeraar in de Engelsche taal en letter
kunde belast met het onderwijs in de aardrijks
kunde in de lagere klassen een jaarwedde van 1600.