8G
Aan den tijdelijken leeraar in de Aardrijks
kunde, hoogere klassen, eene toelage van 500.
Aan den leeraar in Staats- en Handelsweten
schappen, een jaarwedde van1000.
Aan den leeraar in het Iiandteekeneneen
jaarwedde van500.
De Commissie mag van dit onderwerphet personeel der
docentenniet afstappen zonder bij de algemeene lofspraak,
die in de hiervoor medegedeelde uitkomsten van het onder
wijs, voor allen die daartoe hebben medegewerkt, gelegen
is, een woord van opregte erkentelijkheid te voegen voor
de uitnemende leiding van de geheele inrigting door haren
Directeur, den Heer Hedick, en voor zijne onvermoeide
pogingen om die steeds in bloei te doen toenemen, gelijk
zij mede niet onvermeld wenschte te laten dat de Heer Dr.
Korteweg, leeraar in de Wis-en Werktuigkunde en Techno
logie, in het midden van het vorig jaar, de eerste was
die aan de Universiteit te Amsterdam den doctoralen graad
in de door hem beoefende wetenschap verkreeg.
Op de wenschelijkheidof liever op de noodzakelijkheid,
dat aan het lokaal, waarin de Hoogere Burgerschool ge
vestigd isuitbreiding worde gegevenis in den loop van het
vorig jaar, andermaal de aandacht van het gemeentebestuur
gevestigd, en een plan daartoe door den Directeur, onder
medewerking van den Stads-Architect ontworpen, mogt
althans in zooverre bij den Raad bijval vinden, dat deze
goedvond zich tot den Koning te wenden met een verzoek
dat de subsidie, die ten behoeve van evengenoemde school
uit 's Rijks kas wordt genoteneenigzins mogt worden ver
hoogd, om in zulke verhooging gedeeltelijke vergoeding te
vinden voor de aanzienlijke uitgaaf, waarop de uitvoering van
gedacht plan zou te staan komen, die op ongeveer twintig
duizend gulden werd begrooten alzoo geheel onvergolden
de finantieele krachten der gemeente zal te boven gaan.
Zoover bekend, is dat verzoek tot heden onbeantwoord
gebleven, en er blijft der Commissie niets anders overdan
den Raad met bescheiden ernst in overweging te geven
de inderdaad dringende behoefte waarvan sprake is, niet
uit het oog te verliezen.
De hulpmiddelen voor het onderwijs zijn in het afgeloo-
pen jaar, wederom vermeerderd door aankoop van eenige