88 Het onderwijs werd gedurende vier uren 's weeks, des Woensdags en Zaterdags gegeven; de overige avonden moe ten voor het teekenen worden afgestaanzal men niet ge vaar loopen alle toehoorders te verliezen. Het bepaalt zich tot de Nederlandsche taal, de Aard rijkskunde de beginselen der Wiskundehet Rekenen daar onder begrepen, de kennis der natuur, dan eens op het gebied der eigenlijke Natuurkunde, dan op dat der Schei kunde eindelijk tot projectie teekenenwelk laatste vak uit een practisch oogpunt, zeker niet de minst voordeelige uitkomsten oplevert. De leiding is in handen van den Heer HedickDirecteur der Hoogere Burgerschool, wien ter zijde staan, in de voorbereidingsklassende Heer Tromphoofdonderwijzer aan de openbare armenschool, in de beide andere klassen, de Heeren Dr. Korteweg, Dr. Schefferen tot het einde van 1878 de Heer Dirks, mede docenten aan de Hoogere Burgerschool. HET TEEKEN-INSTITUUT eindelijk, dat lang voor de invoering der wet op het mid delbaar onderwijs werd opgerigt, staat dientengevolge onder het beheer eener bijzondere Commissie, welke jaar lijks aangaande den Staat dier inrigting een eigen verslag uitbrengt. Naar den inhoud van dat verslag, waarmede deze Com missie zich gaarne vereenigtis de bevolking van het Insti tuut in het afgeloopen jaar met enkele leerlingen toegenomen. Het cijfer beliep in Januari 192, in December 204, van welke laatste zich 166 bezig hielden met zoogenaamd figuur-, ornament teekenen en boetseren, 38 met regtlijnig en bouw kundig teekenen. Het getal nieuwe leerlingen dat met October werd aan genomen bedroeg 51en zullen dus 39 andere bij het einde van den vorigen cursus zijn weg gebleven. De proeven van bekwaamheid bij den jaarlijkschen wed strijd gegeven, schijnen in 'talgemeen niet zoo gelukkig te zijn uitgevallen, als gewoonlijk. Dit belet niet dat van de 280 zoogenaamde prijsteekeningen die werden ingeleverd, 56 hetzij met eene Medaille, hetzij met een getuigschrift zijn bekroond, en het moet gezegd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1878 | | pagina 91