BIJLAGE H,
VERSLAG wegens den toestand der administratie
van het burgerlijk armbestuur in de gemeente
Breda over bet jaar 1879, aan den Raad dier
gemeente, naar aanleiding van artikel 19 der
Verordening, regelende de burgerlijke armen
verzorging alhier.
De taak die wij te vervullen hebben is, sedert onze admi
nistratie op 1°. Januarij 1878, overeenkomstig het uitdrukkelijk
verlangen van Heeren Gedeputeerde Staten dezer provincie,
gesplitst is, tweevoudig, en bestaat in de uitoefening van
armenzorg als maatregel van politie en in de zorg voor de gewone
armen.
Tot het eerste deel van onzen werkkring behoort het ver
plegen van behoeftigen in het R.-C. gasthuis en in het stedelijk
ziekenhuishot verstrekken van geneeskundige hulp en genees
middelen; het doen begraven van armenlijken en het verleenen
van reispenningen en vervoer.
De kosten hieruit voortspruitende, worden regtstreeks uit
de gemeentekas gekweten, op door het burgerlijk armbestuur
goedgekeurde rekeningen.
Het tweede deel onzer taak bestaat in het verleenen van
onderstand in geld, brood en kleederen, alsmede in het be
steden van ouden van dagen en hulpbehoevende kinderen.
In de kosten daarvan wordt voorzien uit eigen inkomsten
en eenige subsidie van wege de gemeente.
In het midden latende, of de gemaakte verandering, zoowel
uit een administratief als finantiëel oogpuntals eene weldaad
voor de gemeente te beschouwen is, wenschen wij u, naar
de tegenwoordige onderscheiding van onzen werkkring, eer
stens de uitkomsten bloot te leggen van dat gedeelte van ons
administratief beheer, waarop de uitgaven, regtstreeks uit de
gemeentekas gekweten, gegrond zijn.