114 VERZONDEN EN INGEKOMEN BRIEVEN. Gedurende liet jaar waarover dit verslag loopt, zijn door ons verzonden 49 brieven en stukken van bijzonderen aard, terwijl de zoodanigen zijn ingekomen 34, waaronder 5 stuks besluiten van heeren Gedeputeerde Staten dezer provincie, waarbij het burgerlijk armbestuur gemagtigd wordt toe te stemmen in de aflossing van renten. OPNEMING DER KAS VAN DEN RENTMEESTER. De boeken en kas van den rentmeester, die wij op de bij de armenverordening bepaalde tijdstippen, dat is in Maart, Junij, September en December, hebben opgenomen, hebben wij steeds in goede orde bevonden. Te dier gelegenheid worden de boeken voor gezien" geteekend, met vaststelling van het saldo in kas. STAAT EN ONDERHOUD DER GEBOUWEN. De gebouwen aan de armen in eigendom toebehoorende dragen voor het meerendeel een hoogen ouderdom. Deze om standigheid verzwaart natuurlijk de kosten van onderhoud. Die kosten beliepen over 1879 f 143.71. Van groote reparatiën zijn we verschoond gebleven. Met het toezicht op onze gebouwen is belast ons medelid, de heer G. H. Moolenbergh. TOESTAND DER ADMINISTRATIE. Met de hier vóór vermelde uitkomsten voor oogen, kan de toestand onzer administratie niet anders dan gunstig genoemd worden. Toch is deze bepaling maar zeer betrekkelijk. Immers, begrensd als wij zijn in onze uitgaven, zijn de uitkomsten daarnaar geëvenredigd. Vandaar ook dat het getal bedeelden en de kosten van onderstand ongeveer gelijk zijn aan die in 1878. Bij onze administratie geldt niet de vraag: welke be hoefte er bestaat, maar hoever de middelen reiken om te kunnen ondersteunen. Binnen dien engen kring blijven wij werkzaam, zoodat, indien wij spreken van gunstige resultaten dit niet het peil aangeeft van den staat van het pauperisme in deze gemeente.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1879 | | pagina 117