124 alles onverminderd de eijeren, die aan de huizen der ingeze tenen worden verkocht. Omtrent de vischmarkt valt niets bijzonders mede te deelen. De opbrengst van den visch op den publieken afslag bedroeg In 1877 12,701.50 1878 16,490.95 1879 16,857.70 WERKZAAMHEDEN DER KAMER. De Kamer is zamengesteld uit de heeren: 1. M. P. A. FaesVoorzitter. 2. O. G. J. Verdussen. 3. A. Lips. 4. B. C. Van Dongen. 5. C. Van den Eeden, Onder-voorzitter. 6. J. J. Nelissen. 7. W. Merkelbach. [Treden af in 1880. 8. J. F. De Booy. 9. J. De Swert. Mr. Max Van Dam, Secretaris. De heeren M. P. A. Faes en C. Van den Eeden werden herbenoemd respectivelijk als voorzitter en onder-voorzitter. Behalve de gewone briefwisseling zijn de navolgende adres sen verzonden: 1. Aan den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, om de Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen te verpligten eene overeenkomst aan te gaan met de Directie der lijn BoxtelWezel, betreffende een tarief voor aansluitend internationaal vervoer. 2. Aan den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, met verzoek den Nederlandschen consul te Antwerpen te magtigen, bij verzending van huiden een certificaat van her komst te mogen voegen. 3. Aan Z. M. den Koning, ondersteunende het adres der Vereeniging van en voor Industriëlen te 's Hageom bij aan schaffing van kleeding en uitrusting voor land- en zeemagtin 't belang der binnenlandsche industrie, alleen gebruik te maken van de voortbrengselen der in Nederland gevestigde fabrieken. 4. Aan Z. M. den Koning, met verzoek de tariefwet te doen herzien, naar aanleiding der in Duitschland verhoogde invoerrechten. •Treden af in 1882.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1879 | | pagina 127