16
Ten aanzien dezer aflossingen wordt opgemerktdat de leening
groot ƒ15,000 a 5 °/0 (1867) ten behoeve der gasfabriek in 1877
geheel is afgelost.
De aflossingen der geconverteerde schuld hebben bij inschrijving
plaatsgemiddeld tegen ongeveer 71 ten honderd. Indien die aflos
sing bij uitloting had moeten geschieden, zou de gemeente aan
de houders der schuldbrieven hebben moeten uitkeeren een
bedrag van f 30,325, terwijl zij nu slechts heeft betaald 21,530.75;
waarop zij alzoo een voordeel heeft gehad van 8791,25.
Onverminderd de voormelde schuldis de gemeente nog be
zwaard met eene som van 2719,615 wegens gevestigde renten.
Deze renten zijn van oude dagteekeningwaarvan de opbrengst,
zoo mede de in vroeger tijd opgenomen geldenis gebezigd tot
aankoop van gronden, waarop bij uitbreiding der stad de ge
slechte vestingwerken zijn aangelegd, van welke de kosten ten
laste der ingezetenen werden gebragt.
Het tweede en derde gedeelte der leening groot 200,000
a 4'/2 °/0 tot bestrijding der kosten van openbare werken, is
in 1879 moeten opgenomen worden, ter verdere voortzetting
der ondernomen werken. Voor het gedeelte groot 35,000 werd
op den '17. April 1879 ingeschreven voor 226,500, en voor
dat van f 38,000 op den 18. September daaraanvolgende voor
ƒ289,000.
De stortingen hadden op de vastgestelde tijdstippen plaats;
terwijl volgens het plan dier leening jaarlijks bij uitloting wordt
afgelost een bedrag van ten minste twee ten honderd van het
opgenomen kapitaal.
Omtrent den toestand van het pensioenfonds voor de gemeente
ambtenaren en bedienden, wordt het volgende overzigt gegeven.
ONTVANGSTEN.
1. Bijdragen van 54 gemeente-ambtenaren en bedienden:
a. aan afloopende korting1019,92
b. doorloopende korting395,61
2. Renten van belegde kapitalen576,25
3. Afgeloste schuldbekentenis ten laste der ge
meente N°. 111/120,z 500,
4. Het kapitaal in de spaarbank aanwezig1531,605
5. Renten van de geldsom in de spaarbank. 3,87
Te zamen4027,255