51
De eenige instellingen ter voorkoming van armoede in de
gemeente aanwezig, zijn:
a. De bank van leening, beheerd door eene commissie van
vijf leden.
De rente, door de bank geheven, bedroeg in 1879 10 °/0
voor alle panden.
In 1878 zijn
beleend 23,870 panden voor eene som van 76,686.50;
gelost 22,823 panden voor een bedrag van 73,174.
verkocht 691 panden voor 2600.19; daaronder niet begre
pen een overschot van 644.23 aan de houders van pand
briefjes uitgereikt.
Op eenige panden is een verlies geleden van 99.29.
Het kapitaal der bank bestaat uit de sommen op de beleende
panden geschotenten bedrage van 43,467 en uit de circu-
leerende penningen op den 31. December 1878, bedragende
1442.onder dit gezamenlijk bedrag van 44,909.is
begrepen het bedrag der gestelde borgtogten van de beambten
der Bank ten bedrage van ƒ3000.alsmede uit de bij een
kassier naar mate der behoeften opgenomen gelden ad/2500,
waarvoor eene rente van 6 °/0 moet betaald worden.
De uitgaven en ontvangsten hebben in 1878 bedragen:
UITGAVEN.
1°. Interessen en aflossing van opgenomen kapitalen 673.89
2°. Gewoon onderhoud, kosten van beheer, enz.. 2395.56s
3°. Uitschotten op beleende pandenn 76,686.50
4°. Onkosten op den verkoop gevallen52.
5°. Overschot der opbrengst van den verkoop aan
de houders van pandbriefjes uitgekeerd644.23
Te zamen80,452.18s
ONTVANGSTEN.
1°. Geloste panden73,174.
2°. Interessen van beleeningen op panden4249.56s
3°. Opbrengst van verkochte panden na aftrek
van interest2600.19
Transportere80,023.75s