61 aan J. Bothvoor eene spekslagterij aan P. Koperberg, voor een magazijn van ruwe pelterijen (huiden en vellen). Eigenlijke tentoonstellingen zijn niet gehouden. Het fabriekswezen is over het algemeen niet achteruit ge gaan, terwijl de ambachten in bedrijvigheid toenemen. Omtrent meerdere bijzonderheden wordt verwezen naar het Verslag van de Kamer van koophandel en fabrieken, hetwelk onder Bijlage I hierachter wordt aangetroffen. b. Verveening. Wordt in de gemeente niet gevonden. c. Mijnwezen. Steengroeven en kolenmijnen bestaan hier niet. cl. Visscherij. De visscherij bepaalt zich tot de haven en grachten, bene vens tot de Singelgracht rond de gemeente, die thans voor het geheel is gegraven. Een en ander is te zamen verpacht voor f 429. III. Handel en scheepvaart, a. Binnenlandsche handel. Alle Dingsdagen en Vrijdagen wordt in de gemeente graan- beurs gehouden, voor den verkoop van granen op monster, die nog al druk wordt bezocht. Op die dagen is er eene boter-, kaas- en eijerenmarkt, waarvan veel gebruik wordt gemaakt; er werden gewogen: kilo boter 59,960; in 1878 61,430 kilo. De vischmarkt was weder drukde aangevoerde zee- en andere visch bragt op f 16,857.70, tegen f 16,490.95 in 1878. De algemeene dagelijksche markt, die vroeger van weinig beteekenis was, werd door de opheffing van eenige belem merde bepalingen drukker en levendiger.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1879 | | pagina 64