HOOFDSTUK XIII.
62
De eigenlijke kermis beteekent niet veel; de najaarsmarkt
was daarentegen buitengewoon druk bezocht.
De binnenlandsche handel bepaalt zich tot voortbrengselen
van den landbouw, warmoeskruiden en koloniale waren met
de omliggende gemeenten, en tot de verzending van goederen
van de alhier aanwezige fabrieken naar verschillende plaatsen
van het Rijk.
b. Buitenlandsche handel.
De buitenlandsche handel bestaat hoofdzakelijk in den uitvoer
van militaire kleeding- en uitrustingstukken, pepermunt, cho
colade en bieren naar Oost- en West-Indien, en van vruchten
naar België en Engeland.
c. Scheepvaart.
Over het algemeen zijn er geene bijzondere klagten over den
lagen waterstand ingekomen; de scheepvaart kon alzoo gere
geld plaats hebben.
De scheepvaart was druk; het aantal schepen, die de haven
zijn in- en uitgevaren, bedroeg 988, metende 65,840 tonnen.
In 1878 was het 980, metende 63,430 tonnen.
Deze vermeerdering is toe te schrijven aan de toenemende
handelsbedrijvigheid en aan den buitengewonen aanvoer van
bouwmaterialen.
INRIGTINGEN IN VERBAND STAANDE MET DE
UITOEFENING VAN HANDEL EN VERDERE BEDRIJVEN.
a. Middelen van vervoer te water.
De gemeenschap wordt onderhouden door vijf ijzeren schroef-
stoombooten, bestemd tot het vervoeren van goederen en vee
tusschen BredaRotterdam's Gravenhage en Amsterdam.
Voorts varen van hier op gezette tijden vaartuigen op ver
schillende plaatsen.