83
2. Inkomen der Onderwijzers.
Heeren hoofdonderwijzers genoten, behalve 't genot van vrije
woning
Aan de lste openbare school ƒ1400 aan vast en 728.095
aan veranderlijk inkomen.
Aan de 2de of tusschenschool ƒ900 aan vast en ƒ801.42 aan
veranderlijk inkomen, en daarenboven eene toelage van ƒ350,
voor het geven van normaallessen.
Aan de armenschool voor jongens was de bezoldiging ƒ1100,
met eene toelage van ƒ50 voor assistentie bij de normaallessen.
Aan de armenschool voor meisjes genoot de hoofdonderwijzer
een inkomen van ƒ1000.
De bezoldiging van heeren hulponderwijzers was:
Voor de l3te openbare school een minimum van.000
armenschool voor jongens insgelijks600
n n 2cln openbare school insgelijks600
n armenschool voor meisjes aan de hulponder
wijzeressen insgelijks600
terwijl voor de akte van hoofdonderwijzer eene verhooging
werd toegestaan van ƒ50, en voor elke aanteekening op de
hulponderwijzers-akte eene verhooging van ƒ15.
Voor de normaallessen, die door 18 kweekelingen werden
bijgewoondontvingen
de heer L. Brok, hoofdonderwijzer der 2ie openbare
schooleene toelage van350
de heer Tack, hulponderwijzer der l9t0 openbare
school250
de heer Lips, hoofdonderwijzer te Prinsenhage.225
de heer Van Spaandonk, hoofdonderwijzer te Den Hout 125
de heer P. Balmakers, kunstschilder te Breda. 100
van de 18 genoemde kweekelingen hebben 6 eene toelage
van ƒ300, 8 eene toelage van ƒ30, en 4 eene toelage van
40, ten laste van het Rijk.
3. De Vacaturen.
Aan de eerste openbare school hadden de navolgende muta
ties in het onderwijzend personeel plaats. De eerste hulponder
wijzer, de heer P. C. Kunst, vertrok op 15 Mei, en werd als
zoodanig vervangen door den heer Th. Tack, vroeger gewoon