92
gelegenheid, welke Breda geeft tot ontwikkeling van het
ligchaam, door particuliere inrigtingen voor gymnastiek.
Zoodra de Gemeenteraad er toe zou kunnen overgaan, nieuwe
gebouwen voor het onderwijs op te rigten, zal tevens de
zorg voor eene flinke gymnastiekzaal, met bijbelioorende
open plaats voor oefeningen in de vrije lucht, de ernstige
overweging van den Raad verdienen.
Op gelijke wijze als het vorig jaar bleef gedurende 1879
ingericht de tweede instelling van middelbaar onderwijs,
DE BURGER-AVONDSCHOOL.
In het begin van den wintercursus 1878/1879 was het
personeel der docenten onder de directie van den heer Hedick
zamengesteld uit de heeren:
D1'. J. D. R. Scheffer, leeraar in de scheikunde en de tech
nologie
D1'. D. J. Korteweg, leeraar in het projectieteekenen
J. Alblas, leeraar in het Nederlandsch;
P. J. Bos, leeraar in de wiskunde;
W. H. Tromp, leeraar in de aardrijkskunde, het Neder
landsch en het rekenen;
C. C. ICannemans, leeraar in het teekenen.
Toen met het einde van 1878 de heeren Bos en Alblas
respeetivelijk naar 's-Hertogenbosch en Zierikzee werden ver
plaatst, gingen hunne lessen over aan de heeren doctorandus
T. B. Van Wettum (wiskunde) en F. Albers (Nederlandsch).
Ofschoon de regelmatigheid van het schoolbezoek weder te
wenschen overliet en bij het ongelijk gehalte der leerlingen,
de vruchten van het onderwijs niet schitterend kunnen ge
noemd worden, heeft de burger-avondschool niet zonder nut
gewerkt. Immers bij verscheidene leerlingen zou zonder deze
instelling de geringe kennis, die zij op de lagere school hebben
opgedaan, onder den dagelijkschen last van het ambacht ge
heel en al zijn verloren gegaan. Thans kon bij de minder
gevorderde leerlingen het geleerde onderhouden worden en
hij de meer begaafde de behoefte worden opgewekt, om de
verkregen kennis uit te breiden door eigen studie en door
waarneming.
Het getal der leerlingen was bij den aanvang van den
wintercursus '1879/1880
