94 Deze hoofdafdeeling klom met het einde van 1879 op 181 leerlingen, waarvan 67 het teekenen van figuren, 102 het teekenen van ornamenten, 12 het boetseren leerden. In de hoofdafdeeling bouwteekenkunde daalde het aantal leerlingen, dat in het begin van het jaar 38 was, op 25 tegen het einde van het jaar. Met den aanvang van den cursus 1879/1880, in October 1879, werden in 't geheel na afgelegd admissie-examen 52 nieuwe leerlingen toegelaten. Ofschoon bij de verdeeling in de klassen op de bijzondere behoefte van iederen leerling voor zijn speciaal ambacht, als mede op persoonlijken aanleg en geleidelijke ontwikkeling met zorg wordt gelet, zoo zijn de resultaten toch niet in alle klassen gelijk goed geweest en waren in enkele minder gun stig dan het vorig jaar. Evenwel bestond er bij verscheidene leerlingen reden tot tevredenheid; in de handteekenkunde konden 50, in de bouw teekenkunde 9 bekrooningen worden uitgereikt. Vooral werd het boetseren door de leerlingen van de be treffende klasse met ijver beoefend. Ook was meer vooruitgang in het projectieteek enen te be speuren, sedert de kweekeling C. Kannemans speciaal als assistent voor die klasse was aangesteld. De slechte toestand der localen, welke, volgepropt met jongelingen uit den wei'kenden stand, spoedig na begin der les met een afschuwelijke lucht zijn gevuld, houdt vele jon gelingen uit den meer gegoeden stand terug van de deelneming aan deze lessen. Des te meer zijn de verdiensten te waarderen van de leer aren, die onder de moeijelijkste omstandigheden nog aanzien lijke resultaten met hun onderwijs weten te verkrijgen. Breda den 8. April 1880. De Commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs der gemeente Breda DE MANVoorzitter. G. SIX, Secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1879 | | pagina 97