103 De commissie betreurt ten zeerste U dit jaar een staat te moeten overleggen die met dien van vorige jaren niet kan wedijveren. Hoezeer de leeraren zicli moeite en opofferingen getroost bobben, boe groot de werkzaamheid van de commissie ook ware om het stads teeken-instituut in bloei te doen toene men, toch mijne heeren! is* het ons dit jaar niet mogelijk geweest aan ons verlangen te voldoen. Verschillende oorza ken zijn daarvan de reden, vooreerst is de directeur de heer C. Kannemans gedurende den cursus een geruimen tijd on gesteld geweest en wel in dier mate dat hij onbekwaam was op het instituut te verschijnen. Dit geval is al zeker voldoende om mindere uitkomsten bij het einde van het jaar van de leerlingen te verwachten, echter zijn er nog andere oorzaken die den achteruitgang van het instituut ten zeerste bevorderen, en dat zijn voor namelijk het schoolverzuim en den minderen ijver der leerlingen. Zooals wij U het vorige jaar reeds mededeelden zijn er verscheidene zaken die dit schoolverzuim in de hand werken en vooral zijn de ouders der leerlingen hiervan de oorzaak, zij zijn het voornamelijk die de kinderen van hunne school uren berooven om langs dien weg meerdere verdiensten te kunnen innen, zij laten ze liever werken en geldverdienen dan ze een opvoeding te geven voor hun toekomstig leven. De mindere ijver der jonge lieden schrijven wij voorna melijk toe aan den slechten geest die er thans onder het werkvolk heerscht en ook voornamelijk aan de menigvuldige uitspanningen waarvan onze stad overvloedt, de meeste der leerlingen maken hiervan een druk gebruik en vergeten al- zoo de studie; voorts zal de bekrompenheid der lokalen den ijver ook al niet verhoogen, daar de warmte en het volume bedorven lucht het bijna onmogelijk maken twee uren ach tereen met vlijt door te werken, de commissie heeft U al meermalen op dezen slechten en ongeschikten toestand der

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1880 | | pagina 106