121 merking genomen, was tocli nog de subsidie over 1880 f 122.lager dan in 1879. Deze som moge klein toe schijnen, maar in onze administratie wordt er veel mede ge daan, vooral bij liet verleenen van tijdelijken onderstand in ziekte en in andere buitengewone gevallen. Ingrijpende en afdoende maatregelen van bezuiniging zijn onmogelijk ge worden, sinds alle behoeftigen eenigzins tot werken in staat zijn losgelaten en ons alléén zijn overgebleven een tal oude, ziekelijke en gebrekkelijke personen. BELOOP DER ONTVANGSTEN EN UITGAVEN ONZER ADMINISTRATIE. Onze ontvangsten hebben beloopen van 1°. Januarij tot ultimo December 1880 f 10815.695 en onze uitgaven waren10607.57 Zoodat op uit. December 1880 in kas bleef f 208.125. Deze in kas gebleven som zal zooveel noodig strekken tot afdoening van schulden op den dienst van het afgeloo- pen jaar. Al de door ons gemaakte kosten van onderstand als maat regel van politie zijn rechtstreeks uit de gemeentekas ge kweten. BIJSTAND BI.J VERLOSSINGEN DOOR STADS- VROEDVROUWEN. In de behoefte aan bijstand bij verlossingen wordt voor zien door twee deskundige vrouwen, welke zijn mej. A. E. O. den Hartpgh en mej. de weduwe Sass. Zij worden aan gesteld door het dagelijksch bestuur der gemeeute en bezol digd uit de gemeentekas. Volgens van haar ontvangen opgaven, hebben zij verlos kundigen bijstand verleend, als De eerstgenoemde aan 23 en de laatstgenoemde aan 13 volstrekt onvermogende vrouwen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1880 | | pagina 124