125 pagina's. De geld- en grondrenten nemen een groot gedeelte van onzen legger in. TOESTAND DElt ADMINISTRATIE. Uit de hiervoor vermelde gegevens valt geen ander be sluit te trekken dan dat de toestand onzer administratie gunstig is. Wij gaven o. a. uit aan onderstand in geld en brood zamen f 2770.68» en bedeelden 109 hoofden van huisgezinnen en eenloopende personen, weshalve ieder van hen niet meer genoot dan ruim 25.per jaar. Men ver- lieze hierbij evenwel niet uit het oog, dat wij onze uitgaven plooiden naar onze ontvangsten en aan derden overlieten, wat onze krachten niet vermochten te doen. Mogen wij dan ook al tot het besluit zijn gekomen, dat ons beheer in 1880 gunstige uitkomsten heeft opgeleverd, verre zij het er af, dat hiermede zou kunnen vereenzelvigd worden het denk beeld, dat over het algemeen het armwezen in onze ge meente een stap gedaan heeft in de gewenschte rigting van verbetering. Tot staving hiervan kunnen wij cijfers bijbren gen. Yoor onze rekening besteedden wij 77 personen en bedeelden wij met geld en brood 109 hoofden van huisge zinnen en eenloopende personen. Maar wat nu werd door ons verligt ten koste van de gemeente? Yoor hare rekening deden wij onder meer verplegen in het gasthuis 150 en in het stedelijk ziekenhuis 72 personen, terwijl wij aan niet minder dan 302 huisgezinnen en eenloopende personen moesten toestaan om geneesmiddelen uit stads-apotheek te genieten. Naar mate onze ontvangsten verminderden, werden wij ook moeijelijker in het toestaan van onderstand. Maar ver dwenen hiermede de armen? Yeilig mogen wij aannemen dat ze er gebleven zijn en verplaatsing van lasten meer het resultaat is van eiken tot nu genomen maatregel dan ver mindering van lasten. Deze meening wordt niet weinig aangedrongen door het-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1880 | | pagina 128