Verslag der Kamer van Koophandel en
Fabrieken te Breda, over den toestand
van Handel en Nijverheid over het jaar
1880.
127
Bijlage II.
Evenals de vorige jaren zich kenmerkten door aanhoudend
slecht weder, vorst, sneeuw en veel regen, beloofde het jaar
1880 bij den aanvang weinig goeds voor den landbouw.
Mochten wij in een vorig verslag er op wijzen dat de
aanvoer van Saksische aardappelen ruimschoots in de ge
kende behoefte aan de opbrengst van dit product hier te
lande voorzag, bleek het echter dat de opbrengst in dit
jaar goed was en de kwaliteit meer dan voldoende bleek te
zijn, terwijl de prijzen tusschen de 4.a 5.niet
bovenmatig hoog mogen worden genoemd.
De opbrengst van de boekweit was gering en de kwaliteit
redelijk, de gemiddelde prijs mag men op 7.30 stellen.
Hoewel de oogst van de rogge als zeer goed gelukt mag
worden beschouwd was de prijs ad 9.00 zeer hoog.
Zeer goed was eveneens de haver geslaagd waarvoor van
f 8.tot 9.werd besteed.
Het gras stond even als vorige jaren aanvankelijk slecht
en spits, uithoofde van het koude en natte weder, van daar
dat de opbrengst van het hooi gering was en prijzen werden
gevraagd tussclien de 20.en 25.de 500 kilo.
De voorraad appelen was goed doch peren waren er wei
nig en niet best van kwaliteit.
De granen werden verhandeld aan de beurs, als volgt
Rogge van j 8.50 tot 9.60 per hectoliter.
Witte tarwe 9.50 u 10.—
Itoode h n 10.a 10.50 n
Haver 910n n
Gerst u 6.t, 7u u