71 liet aanleggen van een paarden- of stoomtramweg van Ginneken door de gemeente Breda naar het station van den Staatsspoorweg alhier. De voorwaarden waarnaar die concessien zijn gegeven, werden vastgesteld voor eerstgenoemden bij besluit van den 28sten Augustus 1880 en voor de laatsten bij besluit van den 3A'n April te voren. Door de heeren Brons c.s., werd met uwe goedkeuring- de concessie overgedragen aan de Zuider-Stoomtramweg- Maatschappij, die daarop de tram op Oosterbout op den 28sten September 1880 in exploitatie bragt. Sedert den lsten October daaropvolgende werden tusschen Breda en Oosterbout 25607 reizigers vervoerd, hetwelk opbragt f 7749,50, aan goederenvervoer van 387441 kilogram, werd in dat tijdvak ontvangen 949,76. De beeren van der Biesen c.s., namen de voorwaarden niet aan, en zagen mitsdien van de concessie af. In betzelfde jaar werden nog onderscheidene aanvragen gedaan voor den aanleg van stoomtramwegen als 1°. door den beer S. A. Klaasen te Utrecht, voor een tramweg van Bergen-op-Zoom, langs Breda naar Baarle- Nassau, voor zoo veel de straten der gemeente betreft; 2°. door den heer S. Brons voor een tramweg van bet station van den Staatsspoorweg alhier, door de gemeente in de rigting van Prinsenhage en Ginneken 3°. door de Zuider-Stoomtramweg-Maatschappij voor een tramweg van het station voornoemd, door de ge meente naar Ginneken. Omtrent alle welke de beschikking hangende is. c. Een agent van de Nederlandsche Bank bevindt zich bier niet, maar wel een correspondent. d. De broodzetting bestaat niet in de gemeente. Aldus vastgesteld door Burgemeester en Wethouders der gemeente Breda, den 25 April 1881. DE MAN, Burgemeester. L. D. G. TEIJCHINÉ, Secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1880 | | pagina 74