92
de lioogere burgerschool mot 5-jarigen cursus;
de burgeravondschool
het teekeninstituut.
De eerstgenoemde inrigtingen staan onder ééne directie
(directeur Hedick) en onder de onmiddelijke controle der
commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs. Het
teekeninstituut (directeur Kannemans) staat behoudens de
controle der commissie van toezicht op het middelbaar on
derwijs onder het bestuur eener bijzondere commissie, door
den raad daartoe benoemd.
HOOGEKE BURGERSCHOOL.
De eenige verandering in het doceerend personeel was,
dat de heer A. P. Th. Sassen, sedert October 1880 wegens
ongesteldheid zijn ambt niet kon waarnemen. Zijne les-uren
moesten tot het einde 1880 verdeeld worden onder de
overige leeraren.
Deze waren, zoo als in het vorige jaar, de heeren W.
C. Hedick, directeur, leeraar in de natuurwetenschappen en
de wiskunde; Dr. D. J. Korteweg, leeraar in de wiskunde,
werktuigkunde, technologie en het lijnteeken; Dr. J. D. R.
Scheffer, leeraar in de scheikunde en natuurlijke historie;
L. Wirth, leeraar in het hoogduitsch; M. L. van Beijnen,
leeraar in het Engelsch en de aardrijkskunde; A. P. Th.
Sassen, leeraar in de staats- en handelswetenschappen; Dr.
T. B. van Wettum, leeraar in de wiskunde; C. C. Kanne
mans, leeraar in het handteekenenT. Albers, leeraar in
het Nederlandsch en de geschiedenis; S. Stellingwerf!, leer
aar in het Eransch en Nederlandsch; R. E. Modderman,
tijdelijk leeraar in de aardrijkskunde.
Ook de heeren van Beijnen en Wirth moesten gedurende
eenige weken wegens ziekte vervangen worden. Bij liet ge
ring getal docenten werd daardoor het werk soms drukkend
voor de overige leeraren en niet zelden moesten wegens gebrek
aan leeraren twee klassen onder één docent vereenigd worden.