114
Met het toezicht op de bestedelingen is speciaal
belast ons medelid, de heer F. L. G. de Cottignies.
INKOMSTEN VAN HET BURGERLIJK
ARMBESTUUR.
Op den 31 December 1881 stond ten name van de
algemeene armen van Breda of die zij vervangen hebben
in de grootboeken der nationale schuld ingeschreven
1°. een nominaal kapitaal van ƒ54100.-, rentende 2fV/o
2°. w 4600,-, 3 °/o
3°. 23900.-, 4 °(0
De kapitalen 2Vz en 3°/0 beliepen op 31 December
1880 respectievelijk f52600.— en ƒ4400.—, maar zijn
in den loop van 1881 verhoogd met gelden, afkomstig
wegens de aflossing van renten. (Zie hierachter).
Verder bezit de administratie:
1°. Twee stuks Russische obligatien, ieder van
f 1000,rentende 5 ten honderd, waarvan evenwel
de vruchten moeten worden uitgekeerd aan twee
schaamachtige armen.
2°. 8 stuks Oostenrijksche obligatien, ieder groot
fl. 100,uit de interesten waarvan eene uitkeering
van 18,'s jaars moet plaats hebben aan den
WelEerwaarden heer Pastoor der Waterstraatsche
Parochie.
3°. Eene obligatie Poti-Tiflis, groot f 1000,—,
rentende 5°/0, in 1873 ontvangen van een onbekende.
4°, 18 stuks obligatien ten laste dezer gemeente,
te zamen aan kapitaal uitmakende een bedrag van
f 13600,en drie oude renten, betaald wordende
met ƒ9,375, ƒ74,735 en ƒ151,805.
5°. 14 woningen in de Molenstraat en aan de
Oude Vest, waarvan 13 verhuurd zijn en êén kosteloos
bewoond wordt door eene behoeftige oude weduwe.
Deze woningen leverden aan huur op 736,40.
De woning door den smid G. van Boxtel op het
laatst van December verlaten en welke 2,in de
week aan huur opbracht, is, tengevolge van veel
vuldige mededinging, verhuurd voor 3,75 in de week
aan den smid L. van der Linden, welke liuursom
hij geboden heeft.