11 J. J. Nelissen, A. H. Kuppens, J. E. Vreede, E. H. A. Guljé. 2°. Voor het beheer der gemeente-reiniging en de verzameling van faëcale stoffen, uit de heeren Mr M. P. M. van Dam, J. E. Yreede, E. H. A. Guljè, F. J. M. Heylaerts. 3°. Voor de strafverordeningen, uit de heeren Mr J. H. van Mierlo, Mr A. G. D. Pels Rijcken. De Voorzitter van de twee eerstgenoemde commissien is de burgemeester of een lid van het dagelijksch bestuur, en van de laatste commissie de burge meester. 4°. Verder is aan eene Commissie van drie leden, bestaande uit de heeren Mr E. de Man Ez. Voorzitter, G. van Alphen en Mr J. H. van Mierlo, het beheer opgedragen over het gemeentelijk pensioen fonds. c. Gemeente-ambtenaren en bedienden. Behalve in de ondergeschikte betrekkingen, hadden er in het personeel der gemeente-ambtenaren geene veranderingen plaats, dan de benoeming van G. J. Kroes tot keurmeester van het vleesch, in plaats van B. Levie, overleden. Over het algemeen had men, zoo min over het gedrag als over de pligtsbetrachting der gemeente-ambtenaren en bedienden redenen tot klagen. d. Plaatselijke verordeningen door den raad in 1881 vastgesteld. 1°. Strafverordeningen Zijn niet vastgesteld of gewijzigd. 2°. Belastings-verordeningen Den 20 November 1880—15 Januarij 1881 besluit tot het heffen van een hoofdelijken omslag met de verordening op de invordering.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1881 | | pagina 15